Frédéric Mistral schreef in 1859 Mirèio. De Romeo en Julia van de Provence. Dit meesterwerk gaf de Provence een stem en zette de regio op de literaire kaart. Maar Mirèio is meer dan alleen poëzie—het is de ziel van de Provence en werd bijvoorbeeld deze week nog in operavorm in Avignon uitgevoerd.
Frédéric Mistral: De Man die de Provence een Stem Gaf
Mistral werd geboren in 1830 in Maillane, een klein dorp in het hart van de Provence. Al jong voelde hij hoe zijn moedertaal, het Provençaals, steeds verder naar de achtergrond verdween. Hij weigerde zich daarbij neer te leggen en richtte met andere schrijvers de Félibrige-beweging op, om de taal en cultuur te redden. Zijn levenswerk? Een epos dat de warmte, de schoonheid en het tragische van de Provence zou vangen: Mirèio. Een twaalf canto’s lang liefdesgedicht. Het gaat over de jonge Mirèio, dochter van een rijke boer, die verliefd wordt op Vincent, een eenvoudige mandenvlechter. Maar hun liefde is onmogelijke liefde—een bekend thema in de geschiedenis. Om haar pijn te verzachten, onderneemt Mirèio een pelgrimstocht naar Saintes-Maries-de-la-Mer, waar ze bezwijkt aan uitputting. Een tragisch verhaal, maar één waarin de Provence zelf de hoofdrol speelt.
Mirèio. Vincent en Mireille, geschilderd door Victor Leydet.
Van Boerenmeisje tot Nobelprijs
Mirèio was een schot in de roos. Het gedicht gaf de Provence haar waardigheid terug en liet de wereld zien dat het Provençaals een taal was die gehoord moest worden. Zelfs Alphonse de Lamartine, een groot Frans schrijver, was onder de indruk en moedigde Mistral aan het werk te vertalen. En dat bleef niet zonder gevolgen: in 1904 won Mistral de Nobelprijs voor de Literatuur. Een bekroning voor zijn poëzie, maar vooral voor zijn inzet om de cultuur van de Provence te laten voortleven.
Eigen taal of dialect?
Toch, of hier sprake is geweest van een eigen Provençaalse taal of dat we meer te maken hebben met een dialect is niet voor iedereen even duidelijk. In het project Gutenberg, waarin de Mirèio uitgebreid wordt bestudeerd, heeft men zo haar twijfels en neigt men meer naar een dialect, al hoewel de echte provençaal hier uiteraard niets van wil weten. Of iets een taal is wordt echter niet bepaald door wetenschappers, maar door de bevolking die haar taal wel of niet spreekt. De Provençalen zijn trots op hun taal als geen ander.
Mirèio Vandaag
De Provence van nu is niet meer die van Mistrals tijd, maar zijn invloed is nog altijd voelbaar. Mirèio is meerdere keren heruitgegeven en inspireerde zelfs een opera van Charles Gounod. In Maillane en Arles worden nog steeds evenementen georganiseerd ter ere van Mistral en zijn werk werd – zoals hierboven al beschreven – bijvoorbeeld afgelopen donderdag als opera in Avignon nog opgevoerd. Wie zich in de Provence verdiept, kan niet om Frederic Mistral heen.
Een canto uit Mirèio:
“Cante uno chato de Prouvènço,
Dins lis amour de la jouvènço,
A travès da la Crau, vers la mar, dins li bla,
Umble escoulan d’ou grand Oumero,
Iéu la vole segui. Coume èro
Rèn qu’uno chato de Prouvènço,
En foro de la Crau se n’es gaire parla.{16}
Emai soun front lusiguèsse
Que de jouinesso; emai n’agùesse
Ni diadèmo d’or ni mantèu de Damas,
Vole qu’en glòri fugue aussado
Coune uno rèino, e caressado
Pèr nosto lengo mespresado
Car cantan que pèr vautre, o pastre e gènt di mas!”
“Een meisje van de Provence zing ik:
Ik vertel het liefdesverhaal van haar lente,
Over de uitgestrekte korenvelden van La Crau volgt men haar naar de zee.
De mijne is de gedurfde aspiratie
Om over haar te zingen op de manier van Homerus,
Vrouwe van de nederige stand,
Onbekend buiten de prairies van het eenzame La Crau was zij.
Al werd haar voorhoofd nooit gekroond
Bewaar het met de jeugd die haar omringde
Al droeg ze geen gouden kroon en droeg ze geen damasten mantel
Toch zou ik willen dat ze in heerlijkheid opgroeide
Zoals een koningin is, en voor mij gesteld
In een slechter rede om haar verhaal te vertellen,
Want ik zing alleen voor jullie, herders en boerenvolk!”
Voor meer informatie waaronder de twaalf canto’s van Mirèio
Het Project Gutenberg eBook van Mirèio, door Frédéric Mistral



